In de meeste gevallen is diabetes insipidus goed te behandelen met medicijnen. Het gaat meestal om de toediening van een stofje dat erg lijkt op het hormoon ADH, waaraan een tekort bestaat bij diabetes insipidus. Dit medicijn moet dagelijks worden toegediend om goed te blijven functioneren. Zonder het medicijn komen de symptomen direct weer terug, omdat het lichaam zelf de ADH-productie niet kan overnemen.
Toediening ADH/vasopressine
De ADH die wordt toegediend is niet exact hetzelfde als de ADH die het lichaam zelf aanmaakt in de hersenen. Het gaat om een kunstmatige stof die erg lijkt op ADH en door het lichaam ook als dusdanig wordt herkend. Meestal wordt het medicijn Minrin toegediend, wat een merknaam is voor de stof desmopressine. Desmopressine lijkt zo sterk op vasopressine (ADH), dat het lichaam het precies hetzelfde gebruikt. Er zijn geen injecties of tabletten nodig voor de toediening van desmopressine. In de meeste gevallen kan het hormoon met een neusspray of neuspoeder worden opgenomen. Dit maakt dagelijkse inname zeer eenvoudig.
Behandeling bij nefrogene diabetes insipidus
Er zijn ook vormen van diabetes insipidus waar het probleem niet ligt in de hersenen, maar bij de nieren. De hypofyse geeft op een normale manier ADH af, maar de nieren reageren niet of nauwelijks op de aanwezigheid van het hormoon. Wanneer dit het geval is, heeft het geen zin om kunstmatig ADH toe te dienen. Het lichaam heeft immers geen probleem met de productie en afgifte van het hormoon, maar met de herkenning.
De behandeling bestaat bij nefrogene diabetes insipidus met name uit symptoombestrijding. De ongevoeligheid van de nieren voor ADH kan vooralsnog niet verholpen worden. Nefrogene diabetes insipidus kan daarom het beste behandeld worden door een bepaald dieet te volgen en goed te letten op de vochtinname. Ook worden er vaak plaspillen voorgeschreven, die de urineproductie tot op zekere hoogte kunnen controleren, ondanks de ADH-ongevoeligheid van nieren.
Behandeling andere vormen van diabetes insipidus
In sommige gevallen ligt de oorzaak van diabetes insipidus niet in de hersenen, maar ook niet bij de nieren. Zo kan het zijn dat de aandoening ontstaat tijdens de zwangerschap. De placenta kan hier leiden tot een te snelle afgifte van ADH, waardoor er op de lange termijn netto te weinig ADH aanwezig is. Dit leidt tot klachten van diabetes insipidus. Deze vorm van diabetes insipidus is tijdelijk: na de geboorte herstelt de situatie zich. Behandeling is ook hier meestal met kunstmatig ADH, hoewel er enkele aanpassingen kunnen worden gemaakt met het oog op de zwangerschap.
In enkele gevallen van diabetes insipidus is er niets aan de hand met de ADH-productie, -afgifte of -herkenning, maar met het dorstmechanisme in de hersenen. Hierdoor wordt er (onnodig) veel gedronken, wat leidt tot een hogere urineproductie en klachten die lijken op diabetes insipidus. Deze aandoening kan met specifieke medicijnen redelijk goed behandeld worden.